R is een krachtige programmeertaal en omgeving voor statistische berekeningen en grafieken. Ontwikkeld in de jaren '90 door Ross Ihaka en Robert Gentleman aan de Universiteit van Auckland, is R een standaardtool geworden in datawetenschap, statistische analyse en machine learning. Het is open-source en beschikt over een enorm ecosysteem van pakketten, waardoor het zeer uitbreidbaar en aanpasbaar is aan verschillende datagerelateerde taken. R blinkt uit in gegevensmanipulatie, visualisatie en complexe statistische analyses. De sterke punten van R liggen in zijn statistische en grafische technieken, waaronder lineaire en niet-lineaire modellering, tijdreeksanalyse, classificatie en clustering. De flexibiliteit van R maakt integratie met andere talen en tools mogelijk, waardoor het een essentieel onderdeel is van veel workflows in datawetenschap. Met actieve gemeenschapsondersteuning en voortdurende ontwikkeling blijft R aan de voorhoede van statistische berekeningen en data-analyse.
Onze flashcard-app bevat 31 zorgvuldig geselecteerde R-sollicitatievragen met uitgebreide antwoorden die je effectief voorbereiden op elk sollicitatiegesprek waarvoor R-kennis vereist is. IT Flashcards is niet alleen een hulpmiddel voor werkzoekenden - het is een geweldige manier om je kennis te versterken en te testen, ongeacht je huidige carrièreplannen. Regelmatig gebruik van de app helpt je om op de hoogte te blijven van de nieuwste R-trends en je vaardigheden in data-analyse en statistische berekeningen op een hoog niveau te houden.
Download onze app uit de App Store of Google Play om meer gratis flitskaarten te krijgen of abonneer u voor toegang tot alle flitskaarten.
# Maken van een numerieke vector
nummers <- c(1, 2, 3, 4, 5)
print(nummers)
# Maken van een logische vector
logische_waarden <- c(TRUE, FALSE, TRUE, FALSE)
print(logische_waarden)
# Maken van een karakter vector
karakters <- c("ala", "ma", "kota")
print(karakters)
# Eerste data frame aanmaken
data_frame1 <- data.frame(
ID = c(1, 2, 3),
Naam = c("Anna", "Jan", "Paweł"),
Leeftijd = c(25, 30, 22)
)
# Tweede data frame aanmaken
data_frame2 <- data.frame(
ID = c(2, 3, 4),
Stad = c("Kraków", "Warszawa", "Gdańsk")
)
# De data samenvoegen
samengevoegde_data_frames <- merge(data_frame1, data_frame2, by = "ID")
data_vector <- c("apple", "banana", "cherry", "banana", "apple")
data_factor <- factor(data_vector)
ordered_factor <- factor(data_vector, levels = c("cherry", "apple", "banana"), ordered = TRUE)
Breid je R-kennis uit met onze flashcards.
Van basisprogrammering tot beheersing van geavanceerde technologieën, IT Flashcards is je toegangspoort tot IT-excellentie.
Download nu en ontdek je potentieel in de concurrerende technologische wereld van vandaag.